Inkomstenvrijlating
Als u inkomsten uit werk krijgt en u heeft een bijstandsuitkering dan kunt u mogelijk in aanmerking komen voor een inkomstenvrijlating. U mag in dat geval een deel van de inkomsten uit werk houden. Hoeveel deze vrijlating bedraagt is bepaald in de reguliere inkomstenvrijlating en de aanvullende inkomstenvrijlating.
De inkomstenvrijlating vraagt u aan bij uw klantmanager. U kijkt samen of u recht heeft op de vrijlating.
Als uw inkomen lager is dan uw bijstandsnorm en u bent 27 jaar of ouder, dan mag u 25% van uw inkomsten uit werk houden, met een maximum van € 264,00 per maand (tarief 2024). Dit noemen we vrijlating. Dus: als u in een maand netto € 100,- verdient met werken, mag u € 25,- houden. U geeft altijd uw hele loon op. De gemeente berekent de vrijlating. Deze vrijlating mag u maximaal zes maanden houden.
Bent u een alleenstaande ouder van 27 jaar of ouder en is uw kind jonger dan 12 jaar dan mag u na die zes maanden nog 12,5% van uw loon houden, met een maximum van € 164,73 per maand (tarief 2024). U mag maximaal dertig maanden (2,5 jaar) gebruikmaken van deze vrijlating. U geeft altijd uw hele loon op. De gemeente berekent de vrijlating.
Voorwaarden aanvullende inkomstenvrijlating voor alleenstaande ouders:
- U als alleenstaande ouder (of ongehuwde) heeft de volledige zorg voor een kind tot 12 jaar;
- De periode van zes aaneengesloten maanden van de reguliere inkomstenvrijlating waarvoor u in aanmerking kwam, is verstreken en;
- De aanvullende inkomstenvrijlating draagt bij aan uw deelname aan de arbeidsmarkt
Als u algemene bijstand ontvangt en door bijvoorbeeld ziekte of handicap geen volle werkweek kunt werken (u heeft een “medische urenbeperking”), dan mag u 15% van uw loon houden, met een maximum van € 167,07 per maand (tarief 2024). Deze vrijlating kent geen maximale termijn. Een combinatie met de andere vrijlatingen is niet mogelijk. U geeft altijd uw hele loon op. De gemeente berekent de vrijlating.
Volg ons